Biologie Bruine beer

Biologie over de Bruine beer

Algemene naam: Bruine beer
Wetenschappelijke naam: Ursus arctos
Leeftijd: Ongeveer 20 tot 25 jaar in het wild en tot 35 jaar in gevangenschap
Topsnelheid: 40 tot 50 km/u
Schouderhoogte: 90 tot 130 cm
Kop-romplengte: 180 tot 280 cm
Staart lengte: 8 tot 14 cm
Gewicht: Vrouw gemiddeld 80 tot 250 kg, man gemiddeld 180 tot 400 kg
Voeding: Alleseter (Omnivoor)
IUCN-status: Niet bedreigd

© WildlifeSoS

Bruine Beer (Ursus arctos)

Herkenning:
De bruine beer is een groot, krachtig dier met een robuust lichaam, dikke vacht en brede kop. Volwassen mannetjes kunnen tot 300 kilo wegen. Ze hebben een dikke nek, stevige poten en een bult op hun schouders, die wordt veroorzaakt door sterke spieren die hen helpen bij het graven. Hun vacht varieert van lichtbruin tot donkerbruin, soms met een gelige of rossige tint. Beren hebben korte, afgeronde oren en een relatief korte staart. De lange klauwen op hun poten worden gebruikt om te graven en voedsel te verzamelen.

Inheems:
De bruine beer leefde eeuwen geleden in Nederland, maar verdween door intensieve jacht en verlies van leefgebied. Tegenwoordig leven er beren in grote delen van Europa, waaronder in Duitsland en de Alpen. Hoewel de kans klein is, is er discussie over hun mogelijke terugkeer naar Nederland.

Pootafdruk:
De afdruk van een bruine beer is gemakkelijk te herkennen door de grote, brede voorpoten met vijf tenen en klauwafdrukken. De afdrukken kunnen tot wel 20 cm lang zijn. Achterpoten lijken enigszins op menselijke voetafdrukken, maar zijn breder en met duidelijke klauwen. Lange sporen in bosrijke gebieden zonder menselijke aanwezigheid zouden van een beer kunnen zijn.

Voedsel:
Bruine beren zijn alleseters en eten wat ze maar kunnen vinden. Hun dieet varieert van bessen, wortels, noten en kruiden tot insecten, vis, kleine zoogdieren en aas. In de herfst bouwen ze vetreserves op voor de winter, wanneer ze in winterslaap gaan. Beren kunnen soms ook grotere dieren vangen, zoals herten of reeën. Ze staan bekend om hun gewoonte om voedsel op te slaan in holen of tussen boomwortels voor later gebruik.

Habitat:
Bruine beren leven in uitgestrekte bossen, bergachtige gebieden en afgelegen wildernissen. Ze hebben een groot territorium nodig, meestal tussen de 100 en 500 km², afhankelijk van de voedselbeschikbaarheid. In Europa leven ze vooral in bergachtige regio’s, zoals de Alpen, de Karpaten en de Pyreneeën. Mocht de bruine beer ooit terugkeren naar Nederland, dan zouden grote, aaneengesloten natuurgebieden zoals de Veluwe of Zuid-Limburg geschikt kunnen zijn.

Leven in een groep (solitair):
Bruine beren zijn solitair en brengen het grootste deel van hun leven alleen door, behalve tijdens de paartijd of wanneer een moeder zorgt voor haar jongen. De paartijd valt meestal in de lente, waarna de jongen in de winter geboren worden. Een moeder kan één tot vier welpen krijgen, die ongeveer anderhalf jaar bij haar blijven.

Voortplanting:
De paartijd is van mei tot juli. Na een draagtijd van ongeveer 7 tot 8 maanden worden de jongen in een veilige schuilplaats geboren, meestal een hol in de grond of onder een boom. Bij de geboorte wegen de welpen slechts 300 tot 500 gram. Ze worden blind en hulpeloos geboren en blijven dicht bij hun moeder voor bescherming en voeding. Na 2 tot 3 jaar zijn de jongen zelfstandig genoeg om hun eigen weg te gaan.

Verspreiding:
In Europa leven bruine beren voornamelijk in bergachtige en bosrijke gebieden van landen als Slovenië, Roemenië, Spanje, Frankrijk en Italië. In Duitsland zijn er berenpopulaties dicht bij de grens met Oostenrijk en Tsjechië, en er zijn enkele beren waargenomen in de Beierse Woudregio. De kans dat de beer Nederland weer bereikt, is echter klein door de beperkte ruimte en de hoge bevolkingsdichtheid.

Waarnemingen:
In Nederland zijn er momenteel geen wilde bruine beren, maar in 2006 werd een enkele beer waargenomen in Zuid-Duitsland, slechts enkele honderden kilometers van de Nederlandse grens. Het blijft onwaarschijnlijk dat ze hier binnenkort terugkeren, maar natuurbeschermers houden de ontwikkelingen in de omliggende landen goed in de gaten.

Uitwerpselen:
De uitwerpselen van een bruine beer zijn groot en cilindervormig, vaak met resten van bessen, zaden of dierlijk materiaal erin. De grootte en vorm kunnen variëren afhankelijk van wat ze hebben gegeten, maar ze kunnen wel 5 cm breed en 20 cm lang zijn. Meestal liggen ze op opvallende plekken zoals paden en open plekken in het bos.